Nuchter |
De dood,
en liefde. Tweestrijd, tussen wie er meer vellen, poelen inkt, gedachtekronkels, op haar naam heeft. Ik juich voor de dood, breng mijn stem uit. Geen voorkeur, maar het leven dwingt, duwt. Kiest. Zo onschuldig. Aanwezig, en licht. Als brood, een verlaatte trein. Wellicht ietwat groter, weldadiger, minder echt. En doelloos om over te peinzen. Maar dan, in bed, halfslapend. De dood. Een begrip, doelloos, om over te peinzen, maar trekkend, zoals vliegen, een film, dansen in het verleden. Hetzelfde laken, rokkostuum, postuum. Het een niet echter dan het ander. Wat is echt? Wat je voelt! Of wat je voelt? Het matras tegen je rug! Of een verzonnen mes, koud lemmet tegen je pols, warm bloed stroomt eromheen. Wat is echt. Maakt het uit? De dood. Een van de vele wegen. Gisteren sloeg je een andere in, eergisteren ook. Morgen stem je voor de liefde. De nuchterheid redt je, zoals het je altijd redt. |