Thomas Meurkens
  • Verhalen
  • Gedichten

Veen 1, 2, 3

1
Marginale
markt
met
merknaam.
Twee kassa's open.
Klandizie banjert rond
uitgedund.
Net
geen homeopathie.
Sta in een rij
van twee.
Dame voor me
achter
in de tachtig.
Wc-papier maggi nog iets.
Bloementas
in haar hand.
Ik kijk naar rechts.
Kassière
zoete glimlach
lazuur tenue
incluis
vraagt een man
een klantenkaart.
Wat hij wél heeft
is postcode huisnummer.
De heer Timmermans?
Confirmatie.
Formaliteit?
Ons zou ons
moeten kennen
hier.
Mooie griet,
die vraagster,
scanster
lachster.
Luister
van het dorp
vast en zeker.
Recht voor me
nog altijd
taart
met maggi.
Of ze ook
bijpinnen
kan.
50 euri's
als ‘t
om ‘t
even is.
De band bij de spetter
is al leeg
uitgestorven
terwijl ze haar handen
inwrijft
met witte crème
Afgeschreven
potje
uit het schap.
Zo hard
werken ze.
Haar handen.
Overhevelen?
Nee.
Niet
voor die halve minuut
die te winnen valt.
Die minuut.
Twee.
Haast drie.
Ik bewonder je geduld!
spreekt de prachtige
plaatselijke prinses
luid lachend
mijn kant op.
Grijns terug.
Heb geen haast
komt er uit mijn mond
vergezeld
door tanden
ontbloot.
Wat lieflijk
denk ik.
Persoonlijke woorden
langs de rubberen band
mijn kant
opgeblazen.
Zou nooit gebeuren
in Utrecht
Leiden
Amsterdam
die grote
grote
stad.
Maar hier
gaten en gehuchten
pronkt de aandacht.
Betrokkenheid uitgesproken.
Gemoedelijk een glimlach
knipoog van woorden.
Ik
blik
naar de taart
dame
die is toegekomen
aan het inruimen
van haar tas.
Bebloemd.
Laat mijn yoghurt scannen
door mijn nietszeggende
winkelmedewerker
en spied opzij
naar die andere.
Gehuchtsgodin.
Maar
maar
woorden die zojuist
mij verwarmden
steken nu slechts
omfloerst met zefier
mijn voorganger
de opstopper
in het zachte
zwijgende vlees
week
en overjarig.
Haar vertaalde glimlach
reinste onschuld van weleer
kleurt de bloemen
tot ossenbloed.
Verzwaart
de tas
kromt
haar rug.
Wat scherp
de vraags
tanden.
'k Wil de mooie meid
Griekse godin
van dit Hollandse dorp
meesmuilend toespreken.
Maar zwijg.
Te laat.
Te laat.
En één verkeerd woord
hier
tussen de kerken
en buurtwinkels
zadelt je op
met de bloemetjestas.
Rug
die verder buigt
krakend been
verblekend bloed.
Bijtende toespelingen
in ‘t verschiet.
Dan voortaan
achter mij verdeeld
alsof ik geen klanken
woorden
ontwaren kan.
Of murw ben gemaakt
door gefluister
constant en scherp
geschoten.
Alom
Rondom.
On
om
wonden.
Ja.
Nee.
Dit is niet de stad.
En tegen dergelijke
ossenbloedkleurige messteken
helpt geen blauw.
Hoe diep ook.
Al wekt een lach
gemakkelijk
een indruk
verkeerd.

2
Slenter
de straat.
Kerk
in de verte
hult 't geheel.
Onzichtbare
kou.
Een meid
muts rood handen blauw
stopt
stapt
van de fiets.
Knielt.
Tas met muesli
klotst
tegen m'n dij.
Ze raapt iets op.
Op
van het asfalt.
Handen
als een kuipje
eronder geschoven.
Haar rug
belet me
't zicht.
Omhoog
komt ze.
Opzij
geloop
weg
van de fiets
stoep
tegemoet.
Legt neer
wat ze op
geschraapt had.
Behoedzaam.
Glazen zuigeling.
Foetsie
met de fiets
en ik
stiefel aan.
Vogelnestje?
Rups?
Verloren kunstwerk?
Nee
toch.
Dikke duif
roerloze roekoe.
Gered van 't geplet.
Graf
op de stoeptegel.
Ik grinnik
muesli tegen m'n heup.
Doet me goed.
Met de hand
hoopje veren.
Het rubber
het bloed
ontzeggen.
Zonderling
zou men haar noemen.
Of
gewoon
'n lieve meid.
Dorpsethiek.
Eigengereid.

​3
Metal
in je oren.​
​Klinkers
​onder je voet.​
't Schalt.
​'t Schreeuwt.​
Lippen
​deinen​ mee.
There will come a day
Not so far away
When the hunter
Becomes the prey
It's a hellish inferno
This is war eternal
They try to change you
Crush and break you

​Aan de overzijde
van de sloot
een koe.
​Staart me aan.
Stilte
waarin ik woorden vorm.
Mond sper.
Terwijl SGP'ers
Christenhonden!
-opgefokt door drumriedels-
stil en sereen
om me heen
scharrelen.
Kerkcarillon
in de verte
dat ze troont.
Heerlijk!
Hoedje op
epliclese
bijbel gnomen.
Remember who you are
This is fucking war!

Afgesloten ambiguïteit.
Langsleven.
Nepleer
om m'n oorschelpen
als zeepsop
gevuld
door stilte geschreeuw.

​
Aangestuurd door Maak uw eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.